woensdag 23 februari 2011

De eerste Alternatieve Elfstedentocht van de Reschensee (8 februari 2011)


Door Frenk Wubben en Ysbrand Visser

Na tien jaar lidmaatschap van de Overijsselse Merentocht (OMT) werd het nu toch echt eens tijd om 200 km te gaan schaatsen. Natuurlijk kan geen enkele tocht op tegen de fantastische entourage van het Overijsselse landschap. Maar als het ijs niet naar ons wil komen dan gaan wij wel naar het ijs. Doordat de Stichting Alternatieve Elfstedentocht en de OMT zich tot elkaar veroordeelden werd het mogelijk om tegen gereduceerd tarief en als pionier af te reizen voor 200 km Italiaans ijs. Plaats van handeling was de Reschensee dat in Italië ligt in de oksel van het drielandenpunt met Oostenrijk en Zwitserland. Zeer tegen de wens van de bevolking ontstond de Reschensee als stuwmeer in 1950. Daarbij kwam een groot aantal huizen onder water te staan. De toren van de voormalige kerk in Graun steekt als enig aandenken nog boven het wateroppervlak uit.

Nog nooit eerder is er een Alternatieve Elfstedentocht in Italië verreden. De Reschensee ligt op 1600 m hoogte waardoor het meer in de winter altijd een keiharde ijslaag heeft van tenminste een halve meter dik. Het was de bedoeling dat Arjen Guikema ons zou vergezellen als ervaringsdeskundige van de echte Elfstedentochten. Helaas werd Arjen in eind december geveld door een heftige longontsteking waardoor wij op eigen kracht de voorbereidingen voor de tocht moesten doen. Uiteraard hebben we van vele mensen adviezen gekregen over de strategie voor zo’n tocht. Maar met een oude rot aan onze zijde was de nervositeit vooraf een stuk minder geweest. Op zaterdag 5 februari vingen we de reis aan en in een relaxte 10 uurtjes konden we nog net vóór het invallen van de duisternis in gesprek gaan met het ijs van de Reschensee. Wat was dat ijs dik en goed zeg! Natuurlijk waren er scheuren in het ijs maar dat hoort erbij. En wat een prachtige omgeving met al die hoog oprijzende bergen. Op het ijs ontmoetten we Ronald, de broer van Lysbeth en dus de zwager van Ysbrand. Die had net zijn eerste rondje van 12,5 km over het meer gemaakt. Ook hij was zeer te spreken over de kwaliteit van het ijs.

Twee weken eerder was de Reschensee al gastheer geweest voor een toertocht georganiseerd door de Stentor, Tubantia en RTV Oost. Die tocht zou gehouden worden op de Plansee in Oostenrijk. Door gebrek aan ijs aldaar werd toen uitgeweken naar de Reschensee. Voorwaarde van de organisatie was toen wel dat er geen 200 km geschaatst mocht worden. Die eerste 200 km was voorbehouden aan de pioniers van de Alternatieve Elfstedentocht Reschensee. En daar hoorden wij bij!

Tijdens ons eerste gesprek met het ijs ontmoetten we een pionier uit Ede die dezelfde dag nog enorm gevallen was tijdens zijn eerste ski ervaring. Nadat hij een tijdje op zijn hotelkamer had liggen bijkomen, besloot hij toch nog maar even te gaan schaatsen. Hij vertrouwde ons enigszins afwezig toe dat hij echt overal pijn had. Een goede waarschuwing dat wij het in deze mini vakantie alleen bij schaatsen zouden laten.

Eenmaal in het hotel werden we hartelijk ontvangen door de familie Jolie die het hotel Zum Mohren runde. Die mensen snapten er echt helemaal niets van dat je überhaupt kon bedenken om 200 km op hun See te gaan schaatsen. En indien dan toch, dan was dat toch absoluut niet uitvoerbaar? Maar nieuwsgierig waren ze wel.

Op zondagmorgen stonden we te trappelen van ongeduld om de schaatsen onder te binden voor een eerste training. Onder een stralend zonnetje legden we vijf rondjes van ieder 12,5 km af. Onderweg kwamen we nog een aantal “gekken” tegen die op dinsdag aan de start zouden staan. Waaronder ook een aantal leden van de schaatstrainingsgroep STG Giethoorn.
Het moet gezegd dat je goed moest opletten om niet in één van de scheuren terecht te komen. Met een heerlijk en voldaan gevoel stapten we weer van het ijs. Op maandag deden we dit nog eens dunnetjes over met twee rondjes voor het goede gevoel. Daarna stapten we in een skilift voor een lunch op hoogte samen met Lysbeth die lekker aan het skiën was. En na goed tafelen is het dan oh zo lekker om in een ligstoel van de zon te genieten. Om 16:00 uur woonden we de briefing van de organisatie bij. Daar kregen we ook ons startnummer en een chip die we om onze enkel moesten doen. 

Na een onrustig en nerveus nachtje stapten we om 5:45 uur uit bed. Het hotel had speciaal voor ons een vroeg ontbijtje klaargezet. Uit angst voor valpartijen hadden we ons goed beschermd met kniebeschermers, noppenfolie op de heupen en een wielerhelm. Lysbeth was zo aardig om ons naar het ijs te brengen. Daar was het al een drukte van belang. Vlak voor 7 uur sloten we aan bij de startgroep van 108 deelnemers aan 50, 100, 150 en 200 km. Het schijnt dat het Nederlandse en Italiaanse volkslied nog gespeeld is op een trompet. Daarnaast zouden de klokken van de kerk in Graun hebben geluid als startschot. Vanwege de stevige wind hebben we beide optredens volledig gemist.

De eerste ronde was een nerveuze aangelegenheid omdat het nog een beetje schemerig was. Daardoor was het lastig om alle scheuren te zien. Gelukkig bleven we op de been. Al in de eerste ronde formeerde zich een groep mannen en één vrouw die gezamenlijk de wind trotseerden. In de tweede ronde een paar valpartijen. Zodra dat gebeurde ging de snelheid uit de groep en werd er netjes gewacht tot de ongelukkige weer op de been was en was aangesloten. Iedere ronde werd er gezamenlijk gestopt bij één van de twee verversingsposten langs de route. Daar kregen we sportdrank, soep, thee, suikerbrood en peperkoek.

Grappig was het om te zien dat er meteen mensen zijn die zich achter in de groep gaan verstoppen en geen meter kopwerk willen doen. Anderen lijken juist meteen hun kruit te verschieten door juist lang op kop te gaan rijden. Wij probeerden op een ingetogen wijze onze bijdrage aan de groep te leveren. De eerste rondjes gaan in 34 minuten per ronde. Later loopt dat op doordat er wat langere pauzes genomen worden. Bij 100 km blijken er flink wat deelnemers te stoppen waardoor we met een groep van ongeveer 10 mannen overblijven. De enige vrouw stopt ook maar schaatst later nog twee rondjes mee. Ze heeft een camera van de Italiaanse televisie op haar helm om ons vanuit de groep te filmen. Regelmatig rijden er auto’s mee om ons aan te moedigen. Veel toeschouwers staan er niet langs het parkoers maar de mensen die er staan, schreeuwen ons vooruit. Na negen ronden (112,5 km) blijkt de peperkoek bij de eerste verversingspost op te zijn wat gelijk leidt tot een bijna hongerklop bij Frenk. Gelukkig kan de voorraad een ronde later weer worden aangevuld bij de tweede verversingspost. Daarna gaat het weer lekker.

Bij de ronden hierna is de verversingspost steeds een baken waar we met de groep naar uitkijken. Als we na 13 rondjes (162,5 km) in exact 8 uur doorkomen, slaan we aan het rekenen. Gaan we het laatste rondje vóór 17:00 uur halen? Is het nog mogelijk om binnen 10 uur binnen te zijn? En gaan we het überhaupt halen? We besluiten op dat moment om met zijn allen gezamenlijk te finishen. Nu we gezamenlijk zo ver gekomen zijn, zullen we het ook samen afmaken. Die tien uur grens blijkt de grootste uitdaging maar moet kunnen. Ysbrand en ik gaan er nu een beetje meer aan trekken en het blijkt dat onze rondetijden weer omlaag gaan naar 36 minuten. Achter ons horen we het wel kraken bij enkelen maar we kunnen de groep bij elkaar houden. Halverwege de wedstrijd zijn we ingehaald door twee mannen die een ronde op ons voorliggen maar besluiten om bij ons te blijven. Als zij uiteindelijk richting finish gaan, moeten wij dus nog een rondje. Maar niet voordat we de mannen bij de verversingspost bedankt hebben voor hun support tijdens de race. In de laatste ronde slaan we de verversingspost over. Hand in hand gaan we over de finish. In 9 uur en 52 minuten zijn we vrienden geworden die elkaar door dik en dun gesteund hebben. Na de finish gaan we met elkaar op de foto en zien we pas wat voor gezichten er achter die bivakmutsen schuil gaan.

En dan volgt de grootste opgave van de dag: “Hoe krijg ik die schaatsen weer uit”? Gelukkig snelt Lysbeth ons te hulp. Wat doen onze voeten pijn! En wat gaat dat lopen moeizaam! Zeker als we een schuine helling omhoog lopen op weg naar de feesttent. Daar halen we ons kruisje en oorkonde op. De mannen van STG Giethoorn zijn dan al lang binnen (tussen 7 uur 52 en 8 uur 30). Daar maken we een diepe buiging voor. We kunnen ons dus nog verbeteren. Wie weet volgend jaar?

Tenslotte nog een buiging voor Jan Willem van Dalen die twee weken eerder eenzelfde afstand schaatstte op de Weissensee.

Meer informatie kun je vinden op www.reschensee.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten