woensdag 23 februari 2011

De eerste Alternatieve Elfstedentocht van de Reschensee (8 februari 2011)


Door Frenk Wubben en Ysbrand Visser

Na tien jaar lidmaatschap van de Overijsselse Merentocht (OMT) werd het nu toch echt eens tijd om 200 km te gaan schaatsen. Natuurlijk kan geen enkele tocht op tegen de fantastische entourage van het Overijsselse landschap. Maar als het ijs niet naar ons wil komen dan gaan wij wel naar het ijs. Doordat de Stichting Alternatieve Elfstedentocht en de OMT zich tot elkaar veroordeelden werd het mogelijk om tegen gereduceerd tarief en als pionier af te reizen voor 200 km Italiaans ijs. Plaats van handeling was de Reschensee dat in Italië ligt in de oksel van het drielandenpunt met Oostenrijk en Zwitserland. Zeer tegen de wens van de bevolking ontstond de Reschensee als stuwmeer in 1950. Daarbij kwam een groot aantal huizen onder water te staan. De toren van de voormalige kerk in Graun steekt als enig aandenken nog boven het wateroppervlak uit.

Nog nooit eerder is er een Alternatieve Elfstedentocht in Italië verreden. De Reschensee ligt op 1600 m hoogte waardoor het meer in de winter altijd een keiharde ijslaag heeft van tenminste een halve meter dik. Het was de bedoeling dat Arjen Guikema ons zou vergezellen als ervaringsdeskundige van de echte Elfstedentochten. Helaas werd Arjen in eind december geveld door een heftige longontsteking waardoor wij op eigen kracht de voorbereidingen voor de tocht moesten doen. Uiteraard hebben we van vele mensen adviezen gekregen over de strategie voor zo’n tocht. Maar met een oude rot aan onze zijde was de nervositeit vooraf een stuk minder geweest. Op zaterdag 5 februari vingen we de reis aan en in een relaxte 10 uurtjes konden we nog net vóór het invallen van de duisternis in gesprek gaan met het ijs van de Reschensee. Wat was dat ijs dik en goed zeg! Natuurlijk waren er scheuren in het ijs maar dat hoort erbij. En wat een prachtige omgeving met al die hoog oprijzende bergen. Op het ijs ontmoetten we Ronald, de broer van Lysbeth en dus de zwager van Ysbrand. Die had net zijn eerste rondje van 12,5 km over het meer gemaakt. Ook hij was zeer te spreken over de kwaliteit van het ijs.

Twee weken eerder was de Reschensee al gastheer geweest voor een toertocht georganiseerd door de Stentor, Tubantia en RTV Oost. Die tocht zou gehouden worden op de Plansee in Oostenrijk. Door gebrek aan ijs aldaar werd toen uitgeweken naar de Reschensee. Voorwaarde van de organisatie was toen wel dat er geen 200 km geschaatst mocht worden. Die eerste 200 km was voorbehouden aan de pioniers van de Alternatieve Elfstedentocht Reschensee. En daar hoorden wij bij!

Tijdens ons eerste gesprek met het ijs ontmoetten we een pionier uit Ede die dezelfde dag nog enorm gevallen was tijdens zijn eerste ski ervaring. Nadat hij een tijdje op zijn hotelkamer had liggen bijkomen, besloot hij toch nog maar even te gaan schaatsen. Hij vertrouwde ons enigszins afwezig toe dat hij echt overal pijn had. Een goede waarschuwing dat wij het in deze mini vakantie alleen bij schaatsen zouden laten.

Eenmaal in het hotel werden we hartelijk ontvangen door de familie Jolie die het hotel Zum Mohren runde. Die mensen snapten er echt helemaal niets van dat je überhaupt kon bedenken om 200 km op hun See te gaan schaatsen. En indien dan toch, dan was dat toch absoluut niet uitvoerbaar? Maar nieuwsgierig waren ze wel.

Op zondagmorgen stonden we te trappelen van ongeduld om de schaatsen onder te binden voor een eerste training. Onder een stralend zonnetje legden we vijf rondjes van ieder 12,5 km af. Onderweg kwamen we nog een aantal “gekken” tegen die op dinsdag aan de start zouden staan. Waaronder ook een aantal leden van de schaatstrainingsgroep STG Giethoorn.
Het moet gezegd dat je goed moest opletten om niet in één van de scheuren terecht te komen. Met een heerlijk en voldaan gevoel stapten we weer van het ijs. Op maandag deden we dit nog eens dunnetjes over met twee rondjes voor het goede gevoel. Daarna stapten we in een skilift voor een lunch op hoogte samen met Lysbeth die lekker aan het skiën was. En na goed tafelen is het dan oh zo lekker om in een ligstoel van de zon te genieten. Om 16:00 uur woonden we de briefing van de organisatie bij. Daar kregen we ook ons startnummer en een chip die we om onze enkel moesten doen. 

Na een onrustig en nerveus nachtje stapten we om 5:45 uur uit bed. Het hotel had speciaal voor ons een vroeg ontbijtje klaargezet. Uit angst voor valpartijen hadden we ons goed beschermd met kniebeschermers, noppenfolie op de heupen en een wielerhelm. Lysbeth was zo aardig om ons naar het ijs te brengen. Daar was het al een drukte van belang. Vlak voor 7 uur sloten we aan bij de startgroep van 108 deelnemers aan 50, 100, 150 en 200 km. Het schijnt dat het Nederlandse en Italiaanse volkslied nog gespeeld is op een trompet. Daarnaast zouden de klokken van de kerk in Graun hebben geluid als startschot. Vanwege de stevige wind hebben we beide optredens volledig gemist.

De eerste ronde was een nerveuze aangelegenheid omdat het nog een beetje schemerig was. Daardoor was het lastig om alle scheuren te zien. Gelukkig bleven we op de been. Al in de eerste ronde formeerde zich een groep mannen en één vrouw die gezamenlijk de wind trotseerden. In de tweede ronde een paar valpartijen. Zodra dat gebeurde ging de snelheid uit de groep en werd er netjes gewacht tot de ongelukkige weer op de been was en was aangesloten. Iedere ronde werd er gezamenlijk gestopt bij één van de twee verversingsposten langs de route. Daar kregen we sportdrank, soep, thee, suikerbrood en peperkoek.

Grappig was het om te zien dat er meteen mensen zijn die zich achter in de groep gaan verstoppen en geen meter kopwerk willen doen. Anderen lijken juist meteen hun kruit te verschieten door juist lang op kop te gaan rijden. Wij probeerden op een ingetogen wijze onze bijdrage aan de groep te leveren. De eerste rondjes gaan in 34 minuten per ronde. Later loopt dat op doordat er wat langere pauzes genomen worden. Bij 100 km blijken er flink wat deelnemers te stoppen waardoor we met een groep van ongeveer 10 mannen overblijven. De enige vrouw stopt ook maar schaatst later nog twee rondjes mee. Ze heeft een camera van de Italiaanse televisie op haar helm om ons vanuit de groep te filmen. Regelmatig rijden er auto’s mee om ons aan te moedigen. Veel toeschouwers staan er niet langs het parkoers maar de mensen die er staan, schreeuwen ons vooruit. Na negen ronden (112,5 km) blijkt de peperkoek bij de eerste verversingspost op te zijn wat gelijk leidt tot een bijna hongerklop bij Frenk. Gelukkig kan de voorraad een ronde later weer worden aangevuld bij de tweede verversingspost. Daarna gaat het weer lekker.

Bij de ronden hierna is de verversingspost steeds een baken waar we met de groep naar uitkijken. Als we na 13 rondjes (162,5 km) in exact 8 uur doorkomen, slaan we aan het rekenen. Gaan we het laatste rondje vóór 17:00 uur halen? Is het nog mogelijk om binnen 10 uur binnen te zijn? En gaan we het überhaupt halen? We besluiten op dat moment om met zijn allen gezamenlijk te finishen. Nu we gezamenlijk zo ver gekomen zijn, zullen we het ook samen afmaken. Die tien uur grens blijkt de grootste uitdaging maar moet kunnen. Ysbrand en ik gaan er nu een beetje meer aan trekken en het blijkt dat onze rondetijden weer omlaag gaan naar 36 minuten. Achter ons horen we het wel kraken bij enkelen maar we kunnen de groep bij elkaar houden. Halverwege de wedstrijd zijn we ingehaald door twee mannen die een ronde op ons voorliggen maar besluiten om bij ons te blijven. Als zij uiteindelijk richting finish gaan, moeten wij dus nog een rondje. Maar niet voordat we de mannen bij de verversingspost bedankt hebben voor hun support tijdens de race. In de laatste ronde slaan we de verversingspost over. Hand in hand gaan we over de finish. In 9 uur en 52 minuten zijn we vrienden geworden die elkaar door dik en dun gesteund hebben. Na de finish gaan we met elkaar op de foto en zien we pas wat voor gezichten er achter die bivakmutsen schuil gaan.

En dan volgt de grootste opgave van de dag: “Hoe krijg ik die schaatsen weer uit”? Gelukkig snelt Lysbeth ons te hulp. Wat doen onze voeten pijn! En wat gaat dat lopen moeizaam! Zeker als we een schuine helling omhoog lopen op weg naar de feesttent. Daar halen we ons kruisje en oorkonde op. De mannen van STG Giethoorn zijn dan al lang binnen (tussen 7 uur 52 en 8 uur 30). Daar maken we een diepe buiging voor. We kunnen ons dus nog verbeteren. Wie weet volgend jaar?

Tenslotte nog een buiging voor Jan Willem van Dalen die twee weken eerder eenzelfde afstand schaatstte op de Weissensee.

Meer informatie kun je vinden op www.reschensee.nl

zaterdag 12 februari 2011

Indoor Drachten

Door Wolter Nijmeijer 

Zaterdag 5 februari was er de indoor in Drachten. Het was jammer dat er maar zo weinig leden  van Start 78 naar toe waren. We waren maar met 5 pupillen en 3 junioren D. Het was heel gezellig en ik had twee indoor PR's Met sprinten 9.2 (9.7) en met kogelstoten 5.04 (4.22). Of de anderen ook PR hadden weet ik niet meer. In de prijzen vielen Anne-Karlijn (1e), Roselie (2e) en Kristian (3e)  Verder werden Simon (6e), Erik (6e), Kevin (9e), Amber (5e) en ik was 27e. Ik hoop wel dat er bij de volgende indoor meer van ons meedoen. Want alleen meedoen is al heel leuk, je hoeft niet altijd een prijs te winnen. Al is dat natuurlijk wel leuk, maar dat zit er voor mij niet in.

woensdag 9 februari 2011

Gerstenat en vette Friet

Belevenissen van een recreatieve loper.



Door mijn verhuizing en de daarbij horende perikelen is mijn “maandelijkse” column wat op de achtergrond geraakt. Gelukkig viel het bij een aantal mensen op dat ik de vorige keer niks had geschreven…dat streelt mijn ego. Of zouden ze denken…gelukkig dat er niks was??? L

In ieder geval…het is heel lang geleden dat ik wat geschreven heb.

De jaarafsluiting met de 30 van 30e was ouderwets gezellig. Het blijft een pokke-eind lopen maar het blijft ook erg leuk. Alle lof ook voor Folkert Sterkenburg die het toch maar ieder jaar weer regelt. En niet alleen het lopen, ook alles er omheen, met de verzorging onderweg, de promotie in de starter, etc.
Ik mocht samen met Gerrit de “snelle” groep over ’s Heeren wegen leiden. De andere groep was in geen velden of wegen te bekennen. Achteraf hoorden we dat ze een (behoorlijk) stuk hadden afgesneden, dus dat verklaarde het. Volgens de andere groep viel dat wel mee en hadden ze gewoon flink doorgelopen, dat kan ook natuurlijk. We haalden ze uiteindelijk rond het 17 km punt in. Bij de catering op het 18 km punt konden we even gezellig samen keuvelen. Trainer Jebbe kwam hier samen met Trijntje ook even kijken hoe het met zijn pupillen ging. Er maakte 2  gebruik van de lege plaatsen op de achterbank, je moet ook weten wanneer het beter is om te stoppen!
Na afloop even heerlijk onder de douche, daarna een kopje koffie of iets anders en toen aan het buffet wat gretig aftrek vond

Afgelopen zaterdag weer eens een duurloop gedaan. Om half 10 bij het tunneltje aan de Woldberg verzamelen voor een duurloopje van 1 ½ uur. Een beetje in- en uitlopen erbij dus uiteindelijk liep ik 2 uur. Het waaide behoorlijk dus we waren blij dat we in het bos liepen. Een klein stukje open terrein hier en daar maar het was goed te doen. Halverwege moesten we Margreet even vasthouden omdat ze dreigde weg te dwarrelen maar verder ging het goed.
Het was een drukte van belang op de Woldberg, de andere gropen (inclusief trainers) waren er ook voor hun programma. Ze zochten allemaal de luwte op vanwege de wind denk ik.
Ik had wat last van stijve benen, dus ik was halverwege blij met een korte wandelpauze. Sinds ik op de cursus heb geleerd dat we langzamer moeten lopen roep ik dat te pas en te onpas. Meestal trouwens als het niet zo lekker gaat L
In ieder geval, we vertrokken dus bij het tunneltje voor een rondje Woldberg/Eese. Het was niet koud, maar zoals gezegd waaide het aardig.
Na een half uurtje lopen vond 1 van de naaldhakken het genoeg en ging ze verder met haar eigen rondje. Toen waren er nog maar 6. Onderweg van alles gezien en besproken. We weten nu dat maxima zonnebrandolie van Loreal gebruikt. Altijd handig om te weten. En, we weten ook waar het staat. Maar we snappen nog niet wat Alexander met dat opblaasspeelgoed moet als hij Maxima heeft. Rare jongens…die Oranjes.

Het is de afgelopen periode natuurlijk erg koud geweest maar als het goed is is nu het ergste achter de rug. Ik kijk uit naar de periode dat we weer ’s avonds in het bos kunnen lopen, en dat de korte broek weer aan kan. Vorige week was de hunebedloop met traditiegetrouw veel Starters in het deelnameveld. De temperatuur lag rond het vriespunt, maar het was zonnig en er stond weinig wind. Dus na enig wikken en wegen besloot ik voor de korte broek te gaan. Gelukkig had ik de zonnebril ook mee want die bleke kuiten doen gewoon zeer aan de ogen L Bij het inlopen dacht ik dat het warm genoeg zou zijn voor de korte broek, maar zo vlak voor de start viel dat toch tegen.
Het is even plaats bepalen aan het begin, ik zag alle concurrenten om me heen staan. Jan de Groot, Harm Kolvoort, Klaas de Haan, de gebroeders Dalton, etc.
Vlak na de start is het even dringen. Gelukkig gaat dat goed en na een paar honderd meter is de boel al iets uit elkaar. Bij de eerste bocht kan ik mooi zien wie er voor me zitten. Ik voel me goed en ben benieuwd hoe het zal gaan. Ik heb een poosje minder getraind.
Na een kilometer of 3 lopen we in een groepje van een man of 5. Geen bekende verder, maar er wordt goed samengewerkt. Om beurten even op kop, dat gaat lekker. Na een kilometer of 6 moet er 1 man af, en ik moet zelf lossen na de drinkpost halverwege. Op het 10 km punt zie ik de tijd en ben zeer tevreden. Nog 5 kilometer volhouden. Helaas zakt het tempo iets maar als ik finish ben ik heel tevreden. Heerlijk gelopen en 1 ½ minuut van mijn pr afgelopen. En, belangrijk ook, gewoon op de plek die ik wou lopen, in de buurt van de concurrentie.
Na de tijd even douchen (koud, brrr) en een versnapering aan de bar (koud, heerlijk)

Afgelopen zondag heb ik met een ex start-lid in Apeldoorn gelopen. Gewoon heerlijk duurloopje voor mij, voor haar was het flink aanpoten. Maar goed, het ging prima. Ik ben begonnen met een trainerscursus dus ik wil dit maar gebruiken als coaching van een wedstrijd. Onderweg liepen we nog wat te kletsen met een dame uit Wuppertal die het wel interessant vond dat ik de zweep erover zou halen. Vanaf het 5 kilometerpunt liep ze bij ons weg, maar op 13/14 km haalden we haar weer in. Wij hadden tot 10 km mooi vlak gelopen en daarna versneld. Ze had op “de zweep” gewacht zei ze…helaas was ik niet alleen L

Nog 1 keer een starter, en dan begint het voorjaar? Ik heb er zin in!

dinsdag 8 februari 2011

Uitnodiging Mont Ventoux

Geachte Starters,
Namens Egbert Vink, Arnold Broek en uiteraard mijzelf stuur ik jullie deze uitnodiging.

Omdat we allemaal doelen/ uitdagingen in het leven nodig hebben om scherp te blijven, willen wij graag ons nieuwe doel voor 2011 bij jullie onder de aandacht brengen. En wellicht zijn jullie net zo enthousiast als wij en lopen jullie gezellig mee!

Op 3 september 2011 gaan wij samen met veel andere deelnemers de Mont Ventoux beklimmen. Het streven is dat er op 3 september 500 personen deze strijd aangaan.

Ten eerste is het doel van alle deelnemers bovenop de berg komen, maar het belangrijkste doel is natuurlijk zoveel mogelijk geld ophalen voor de strijd tegen kanker (in 2010 was de opbrengst ruim € 300.000,- en voor dit jaar wil de stichting de   € 500.000,- grens gaan overschrijden).
Een deel hiervan wordt beschikbaar gesteld aan het KWF en een deel wordt ter ondersteuning van lokale initiatieven aangewend.

Uiteraard is de stichting Mont Ventoux op zoek naar sponsoren maar bovenal zouden zij het erg op prijs stellen als er in het 5e jaar meer dan 500 deelnemers mee naar boven kunnen gaan.
Kijk voor meer informatie over deelname en sponsormogelijkheden op: www.goformontventoux.nl

Daarnaast willen wij jullie uitnodigen om je op te geven (via de website van de stichting) voor de loopclinic op 19 maart. Hiermee hopen we jullie toch warm te kunnen draaien voor jullie nieuwe uitdaging.

Met vriendelijke sportgroet,

Egbert Vink, Arnold Broek en Ruud Schepers

PS Indien de uitdaging net wat te gek is (22 km de berg op kan wat te gek zijn) bestaat er ook alleen de mogelijkheid om Egbert, Arnold of mij te sponsoren.

zondag 6 februari 2011

Woensdagavondpret

Door Jana Posthumus

Lief = Wolter van der Veen
Zwager = Klaas van der Veen
Pa Dalton = mijn schoonvader
Ma Dalton = mijn schoonmoeder

Stadshagenpret.
Vanwege het weer en de kerstvakantie (en afgelaste trainingen) ben ik een aantal weken niet op de training geweest. Daarom kan ik moeilijk schrijven over woensdagavondpret. Gelukkig heb ik mijn looptraining weer opgepakt zodat ik door de wijk waar ik woon, Stadshagen in Zwolle,  kan lopen. Alhoewel. Terwijl ik dit zit te schrijven weet ik dat ik de komende weken ook niet aan lopen toekom. Maar daarover later meer.
Stadshagen is een hardloopwijk. Op elk moment van de dag kom je lopers tegen. Vooral toen wij hier net kwamen wonen was het een uitdaging om leuke looproutes te ontdekken. Ook al wonen wij in de stad, wij zijn binnen twee minuten lopend de stad uit.
Ik begon met een rondje om de Milligerplas. Een rondje van ongeveer 4km. Zeker in het begin was dat meer dan genoeg voor mij. Ik liep dat rondje twee keer in de week, de andere keer liep ik richting winkelcentrum en weer terug. Met winkelcentrum bedoel ik die van Stadshagen, niet het centrum van Zwolle. Je kijkt hier je ogen uit. Het eerste wat me opviel was dat we hier heel veel zwanen hebben. Sowieso drie koppels hebben elk jaar een nest van zo’n 5 à 8 kuikens. Die overleven het niet allemaal. In een ander deel van de wijk zijn heel veel ganzen te vinden. Verder loop ik langs twee wijkboerderijen, tussen de weilanden door, waar het opvalt hoeveel boeren schapen houden en ook slachtkoeien, langs het Zwarte Water waar we geregeld de lokale roeivereniging zien trainen en tussen de huizen door. Als het regent liepen we in het begin ook wel rondjes in de parkeergarage, maar dat was voor mij na twee keer wel genoeg. Ik loop liever door de stromende regen dan door de uitlaatgassen in de parkeergarage. Maar hoeveel natuur wij hier ook hebben het blijft een stad. En de mensen uit de stad gebruiken de stille plekken van de natuur ook voor andere dingen. Zo gebeurde het geregeld dat we langs een rustig stukje weg een auto geparkeerd zagen staan. Een man achter het stuur en een jonge dame op de passagiersstoel. Zij zat altijd naar buiten richting de weilanden te kijken en kwam met haar hoofd net boven het dashboard uit. Lief is weken in de veronderstelling geweest dat ze van het uizicht aan het genieten waren, naar de zwanen aan het kijken waren zeg maar. Ik hielp Lief uit de droom door te vermelden dat de jonge dame er nou niet bepaald gezond uitzag, grijzig in het gezicht zeg maar. Volgens mij was het een junkie die of net haar shot genomen had of op het punt stond om voor haar shot te betalen, in natura. Lief begon zich hier over op te winden en zei dat hij dat niet vond kunnen aan de rand van een nette woonwijk. Hij zou er wel eens naartoe gaan en er wat van zeggen. De schrik sloeg mij om het hart. Ik vond dat helemaal geen goed idee. ‘Als je het maar laat. Die lui zijn vaak gewapend. Ik heb geen zin om jou begrafenis te moeten regelen.’ Voor zover ik weet heeft Lief geen dealers aangesproken en gaat dat ook nooit doen!!!
Als je aan het trainen bent kom je ook andere sporters tegen. Heel veel wandelaars in training of recreërend of wandelend met de hond. Andere hardlopers, zowel recreanten als wedstrijdlopers, en heel veel fietsers. Vooral de racefietsers trainen hier veel. Iedereen is aardig voor elkaar en groet elkaar. Af en toe komen we een verdwaalde skater tegen. Zelfs de automobilisten houden rekening met de sporters. Bijna elke auto stopt voor ons als wij de weg over willen steken via een rotonde. Ze hoeven voor voetgangers niet te stoppen getuige de haaientanden op de weg. Voor fietsers moeten ze wel stoppen. Wij lopen meestal op de fietspaden en mogen van de automobilisten voor gaan. Vreselijk aardig van ze. We steken meestal de hand op zo van ‘dank je wel’. Als het kan produceer ik ook iets van een glimlach. Tenminste als ik niet te moe ben. Dan knik ik met mijn knalrode hoofd.
Als Lief een lange route wil lopen ga ik wel eens mee op de fiets. Dan loopt hij via de nieuwe fietstunnel naar Westenholte en via de fietsbrug weer terug naar Stadshagen. Ik heb hem toen ik in vorm was ook wel eens gelopen. Ik doe daar drie kwartier over, Lief een half uur. 
Wat we hier niet hebben is een bos. Toen wij nog in Steenwijk woonden gingen we wel lopend naar de Woldberg en weer terug. Lief nam een wat langere route uiteraard. Hier hebben we het Westerveldse bos. Aangelegd over en rond een voormalige vuilnisbult. Ik ben daar in vijftien minuten door. Dan heb je nog het Engelse Werk met aan sluitend het Spoolderbos. Daar doe ik vijf minuten langer over om doorheen te lopen. Het dichtstbijzijnde bos voor ons ligt bij Hattem, maar daarvoor moeten we eerst een half uur in de auto zitten.  En het is lang zo mooi niet als de Woldberg. Dus die enkele keer dat we op de Woldberg belanden heb ik het gevoel dat ik thuis kom.

1e Kerstdag. Ja leuk, schaatsen.
Ik heb schaatsen gekocht. Kunstschaatsen, want op noren kan ik niet schaatsen. Ik wou per se leren witte kunstschaatsen met veters en een hak. Niet van die hard kunststof dingen die ze tegenwoordig verkopen. Nou wil het geval dat ik halverwege de jaren tachtig ooit bij een fietsenhandel in Zwolle echte kunstschaatsen had gekocht. Die had ik natuurlijk al lang niet meer en dus besloot ik bij dezelfde zaak schaatsen te kopen. Gelukkig voor mij hadden ze wat ik zocht. Ik Sms’te Lief dat ik schaatsen had gekocht waarop hij terug Sms’te of hij een kruk voor me moest halen. Ha ha ha heel grappig. Dat de binnenstad van Zwolle een stadsgracht heeft weet iedereen, maar Stadshagen heeft ook een stadsgracht. Ik zag wel geregeld kinderen daarop schaatsen maar nooit volwassenen. En aangezien ik best bang ben om door het ijs te zakken besloot ik dat ik binnenkort de ijsbaan op zou zoeken. Eerste kerstdag gingen we naar Pa en Ma Dalton (de ouders van Lief en Zwager) en zij wonen praktisch in de Beulakkerwijde. Je loopt bij hun 150meter de straat uit en je bent in de Beulakkerwijde. Hier gingen we schaatsen. Zwager had er die week al een paar tochten opzitten, Lief en ik hadden al jaren niet meer geschaatst. Ik al 23 jaar niet meer en Lief ook zoiets. Nou kon ik vroeger redelijk goed schaatsen. Vooruit, achteruit, pootje over, draaien, op een been, klein sprongetje. Nu gilde ik het uit terwijl ik mijn evenwicht probeerde te vinden. Op de plas stond een keet waar je uit kon rusten en waar een echtpaar op stoelen zat. Het had al een beetje gedooid en ik wist niet of het ijs betrouwbaar was. Ik vroeg of het ijs goed was. Dat was het volgens hen. Ik vroeg hoe diep het hier was, voor het geval ik er doorheen zou zakken. Het was er 70cm diep en ik zou er volgens hun niet doorheen zakken. Ik bekeek de andere schaatsers en zag dat ze niet door het ijs zakten. Toen durfde ik ook te schaatsen. Ik schaatste de plas op en vond steeds beter mijn evenwicht. Ik ging harder schaatsen, maar lang niet zo snel als ik vroeger kon. Ik vond dat prima. Ik verbaasde mezelf hoe soepel het ging. Lief, die ook even moest wennen, haalde me in gevolgd door een zelfverzekerde Zwager. Ik besloot een stukje terug te schaatsen en Lief ging met me mee. Zwager zou verder schaatsen en ging over een richel heen. Hij klapte languit op zijn achterhoofd. Hij bleef zitten dus Lief en ik er snel naar toe. Na een poosje stond hij op en schaatste verder. Nadat ik terug bij de keet mijn schaatsen iets beter had gestrikt besloten Lief en ik de plas over te schaatsen. Nou moet je je daar niet teveel van voorstellen, want het stuk waar wij schaatsten was de  Kleine Beulakkerwijde. We zouden naar de Veneweg schaatsen en weer terug, zo’n 5km. Bijna op de helft ging ik onderuit. Ik viel recht voorover en landde op mijn rechter borst. Ik schoot meters door. Het deed heel veel pijn. Lief hielp me overeind. Nu voelde ik ook mijn knieën. Ik besloot toch door te schaatsen. Ademen deed wel wat pijn maar na een minuut ging het wel weer. Op de terugweg viel ik weer, op precies dezelfde manier. Nu voelde ik mijn knieën nog erger en mijn borst deed ook pijn. Ook had ik een beetje hoofdpijn en mijn handen deden pijn. Terug in huis bij Pa en Ma Dalton voelde ik dat mijn knieën opgezwollen waren. Ik had een skinny-jeans aan dus het zat vrij strak. Ook kon ik moeilijk ademhalen, en lachen en hoesten deed heel veel pijn. Ik vermoedde dat ik een rib gekneusd had en ook mijn knieën. Zwager had bloed op zijn hoofd, maar na inspectie werd geconstateerd dat het niet gehecht hoefde te worden. Toen ik heb de volgende dag belde zei hij dat hij geen hoofdpijn had gehad. Ik maakte nog de opmerking dat zo’n val nou niet bepaald goed was voor zijn hoofd. Hij zei dat het niet zoveel kwaad kon omdat er toch niet zoveel in zat. Ha ha. Een paar dagen later besloot ik toch mijn huisarts te raadplegen. Hij constateerde een gekneusde rib en gekneusde knieën. Ook was het bindweefsel op mijn rechterknie stuk en in mijn linker knie was een zenuw geraakt want ik had op een plaats weinig gevoel. Rustig aan doen maar wel blijven bewegen. Drie keer per dag twee paracetamol en goed blijven ademen om een longontsteking te voorkomen. Het heeft nog wel een week geduurd voordat ik weer een BH aan kon hebben.

30 december. Grapje.
Het was in eerste instantie nog niet zeker of Lief wel bij de prijsuitreiking van het LA klassement aanwezig kon zijn. Waarschijnlijk moest hij werken en zou hij niet op tijd zijn. Hij zou proberen op tijd te zijn voor het eten. Ik besloot om dan de prijs voor hem in ontvangst te nemen waardoor het idee ontstond voor een grapje. Toen later bleek dat hij die dag vrij kon krijgen besloten we alsnog met de grap door te gaan. Dus toen Lief naar voren werd geroepen stond ik op en nam de prijs in ontvangst met een foto van het gezicht van Lief op een stok voor mijn gezicht. Lief bleef zitten met een foto van mijn gezicht op een stok voor zijn gezicht. Aan de reacties te horen werd de grap gewaardeerd. Uiteindelijk mocht Lief ook zelf op het podium staan met zijn eigen hoofd J

31 januari 2011.
Gelukkig Nieuwjaar en gefeliciteerd Frank (mijn broer). Die was vandaag jarig.
Ik besloot maar weer eens met lopen te beginnen. Mijn knieën zijn genoeg hersteld. Dat waren ze al eerder maar ik heb toch altijd even tijd nodig om mezelf zover te krijgen dat ik weer ga lopen. Mijn rib herstelde erg snel. Van mijn knieën heb ik nog steeds last. Het bindweefsel is nog steeds niet hersteld en ik heb nog steeds een gevoelloos plekje op mijn linker knie. Volgens mijn moeder kan dat heel lang gaan duren. Maar ik kan er wel mee lopen.
Ik besloot een rondje om de plas te lopen. Onderweg werd ik opgeschrikt door een vlak voor mij langs vliegende vogel. Zwart met wit (ekster?) en ook bruinrood en blauw. Joepie, een Vlaamse Gaai. Hij/zij landde op een tak nog geen vijf meter bij mij vandaan. Ik liep glimlachend verder. Even later zie ik aan mijn linker kant aan de rand van de plas ganzen zitten. Ik dacht nog;’o jee, als ze me maar niet aanvallen of zo.’ (ganzen kunnen agressief zijn) Geen nood ze bleven doodstil zitten. Een enkeling draaide alleen zijn kopje om. Ze waren zwart met wit, met een lange dunne zwarte hals en een kleine kop. Na het thuis op te hebben gezocht in het vogelboek bleek het om Canadese Ganzen te gaan. Ik had al in de Vinexpres (echt waar, onze maandelijkse wijkkrant) gelezen dat die wel eens in onze wijk te vinden waren tijdens de vogeltrek. Mijn trainingsrondje kon niet meer stuk. Ik deed ongeveer een half uur over het rondje en dat vond ik prima.

6 februari.
Terwijl ik dit stukje overlees voordat ik het ga verzenden komt Lief mij een hot chocolate met een stroopwafel brengen. Ik vertel hem dat ik schrijf over lopen in Stadshagen. ‘Stoep op stoep af. Zeg maar dat ik dat heb gezegd. Stoep op stoep af.’ Volgens mij vond hij vandaag zijn trainingsrondje Westenholte niet zo leuk. Vermoed ik.
O, en ik vermoed dat jullie pas weer over Woensdagavondpret zullen lezen vanaf 1 maart. Tot die tijd is het alleen lopen in Stadshagen.
Dus wie voelt zich geroepen om in de maand februari te schrijven over de trainingen? Trijntje? Peter? Wilma? Wie o wie?    
     

Rode wijn en Naaldhakken

door Ivonne, Nynke en Margreet


Op de maandagavond trainen wij altijd op de baan en het in- en uitlopen gebeurt buitenom. Zoals iedereen weet zijn ze bezig om er een mooi sportcomplex/park van te maken, en er ligt dus veel prut richting baan. (want werken gaat nu eenmaal gepaard met rotzooi, voordat het mooi wordt). Zo stond na een flinke regenbui het zandpad onder water en gingen wij maar tig rondjes op de baan inlopen, loopscholing, DE oefening en uitlopen op de baan. We hopen dat het sportcomplex gauw klaar is, want we hebben wel genoeg rode baan gezien. 
Nu is het oppassen want hier en daar kun je zo een gat in rijden.

Inmiddels zijn er alweer drie boscrossen achter de rug … de een voelde zwaarder aan dan de ander, de ene keer was het ploeteren en de andere keer kon je er een beetje redelijk overheen crossen. Ondanks dit allemaal blijft het toch een leuke bezigheid.
De Hunebedloop hebben we ook weer gehad, dit is toch wel een hele leuke maar ook best een zware loop. Met mijn haas voorop had ik nog even tijd om paaltje over zijn kop te strijken … Er was veel deelname, een naaldhak heeft hier toch de 3e plaats weten te behalen in haar categorie. Weer een leuk begin voor 2011.
De volgende cross is de NK Spar in Nijverdal, eens zien hoe die gaat.

De laatste tijd lopen de duurloopjes ook weer aardig. Ook komt de animo weer terug. Door het koude weer en allerlei andere bezigheden zakte dit even in. Maar we gaan weer de goede kant op.
De trainingen worden weer scherper gesteld door Jebbe.  Af en toe lopen wij het “snot voor de ogen”. Ook zien wij af en toe best tegen de training op, omdat wij zo vaak de baan rond moeten, maar na afloop zijn wij altijd weer tevreden en trots op ons zelf, want dat hebben wij maar weer gedaan. In de kantine kun je ook wezen, lekker even kletsen over koetjes en kalfjes onder het genot van een borrel, een frisje en of chips (over de datum) met mayo.

Weten jullie al dat Freddie een cursus volgt voor trainer??? Momenteel klaagt hij alleen nog maar over de “sloop”scholing. Ook leert hij tellen, hij kan al tot 3 tellen! Is het niet geweldig.
Nu hebben wij toch wel een nare ervaring, toen wij buitenom gingen raakte hij al mensen kwijt ... hopelijk zal hem dit op de baan niet gebeuren. We hebben namelijk gehoord dat hij zelfs verdwaalt op het toilet. Ook struikelde hij laatst over een muggenbult!

Klaas wilde laatst zichzelf drogen, hij hing zich niet op aan wasknijpers, maar gewoon aan het oog! Dit was natuurlijk een ongelukje, tot een flinke snee op zijn ooglid is het gelukkig verder goed afgelopen.
Simone, Egbert en Gerjan nog gezien in de krant??? Plaatjes waren het, maar ook wel even wennen aan de nieuwe look. 

Het is een tijdje geleden, maar vergeten doen wij het niet …. Jana verwent ons maar, gelukkig dat ze van bakken houdt … de koek is voortreffelijk! Bedankt Jana, en zeg maar wanneer je meel en de overige ingrediënten aangeleverd wil zien. We lusten er wel koek van ;o))

Een tijdje geleden was ook de 30 vd 30ste, wederom hebben wij meegedaan en goed genoten van de mooie route. Het was weer uitstekend georganiseerd, daarvoor onze dank!!

vrijdag 4 februari 2011

Het estafettestokje

Door Lucia Oetsen-Duiven

Mijn naam is Lucia Oetsen-Duiven, getrouwd met Guido Duiven en samen hebben we 2 prachtige dochters, Nikki van bijna 5 en Loena van net 3. Op dit moment zit ik ‘ in between jobs’ , maar hiervoor was ik bijna 14 jaar werkzaam bij de Fortis Bank in de Wijk als ondersteuner van de accountmanagers. Ik ben dus op zoek naar een nieuwe leuke uitdaging en ik hoop dan ook zeer binnenkort weer aan de slag te kunnen.
In de zomer van 2009 ben ik actief begonnen met hardlopen. Gezellig met drie andere dames uit de buurt, maar helaas haakte de een na de andere af. Wat nu? Toen kwam ik Maud tegen: ‘ waarom ga je niet mee met het hardloopgroepje van Start ’78?’ Goed idee, heb ik in ieder geval een stok achter de deur!  Sinds oktober 2009 loop ik nu dus mee.
En wat was ik trots toen ik  de eerste keer 10 km achter elkaar heb gelopen. Heb wel een paar dagen moeilijk gelopen, maar dat mag de pret niet drukken.
Op 12 juni 2010 heb ik voor het eerst meegelopen met een loopevenement, de 4 mijl van Zwolle. Geweldig! Vooral de sfeer, zeker voor herhaling vatbaar.
Het estafettestokje geef ik door aan Simone Boven.